De afgelopen jaren heb ik de drie variaties van Vijftien zonnebloemen in een vaas van Vincent Van Gogh als uitgangspunt genomen voor een project waarbij ik die werken steeds opnieuw bekijk, schets en schilder. Van Goghs zonnebloemen zijn heel geschikt voor zo een onderzoek gebleken. Ten eerste zijn het natuurlijk prachtige schilderijen, sprekende beelden met een heldere constructie en veel verschillende lijnen en richtingen. Er is sprake van een veelheid binnen een eenheid: de afzonderlijke bloemen zijn als stemmen in een koor. Het feit dat er drie varianten zijn en er dus geen definitieve versie van het beeld bestaat, geeft me extra speelruimte. Dat de schilderijen zo bekend zijn, zie ik ook als een groot voordeel: hierdoor kan iedereen over mijn schouder meekijken en zien hoe ik het boeket in mijn blik ontleed en transformeer. Het project is nadrukkelijk een uitnodiging aan alle kijkers om mee te doen en mee te verbeelden.

In hun houdingen en uitdrukkingen hebben de bloemen in Van Goghs Vijftien zonnebloemen in een vaas iets opens, iets onbepaalds; geïsoleerd zouden enkele ervan zelfs nauwelijks als bloem herkenbaar zijn. Deze onbepaaldheid schept ruimte voor de meest uiteenlopende associaties. Toen ik Van Goghs zonnebloemen begon te tekenen verschenen klokken, lampen, trommels en hijskranen als vanzelf. Voor een moment zag ik in een bloem de kop van een vleermuis. Tekenend en schilderend kreeg het beeld vorm. Wat uiteindelijk op het doek te zien is, omvat zowel vleermuis als bloem, maar is in de eerste plaats een puur schilderkunstige verbeelding, open voor interpretatie.

Bij de toe-eigening van Vijftien zonnebloemen in een vaas veroorloof ik me veel vrijheid. Toch is er steeds veel wat naar Van Gogh terugwijst. Ik handhaaf de basale schikking van het boeket en bepaalde karakteristieken van de bloemen komen keer op keer terug. Ik ben geneigd sommige vormen op Vijftien zonnebloemen in een vaas als introvert, extravert, mannelijk of vrouwelijk, jong of oud, open of gesloten te interpreteren. Er is een bloem die als een kwal zachtjes naar de rechterbovenhoek wil drijven; er zijn er twee die als jonge tweelingen heel dicht op elkaar staan. Er is een bloem die naar de achtergrond wijkt, stil en verscholen. Associaties als deze zijn in vrijwel alle schilderijen terug te lezen.

In het Van Gogh museum in Amsterdam hangt de derde en laatste versie die Vincent van Vijftien zonnebloemen in een vaas gemaakt heeft. Dat schilderij is van januari 1889, in de winter dus, toen er nergens nog zonnebloemen te vinden waren. Het is gebaseerd op de Londense versie, die uit de late zomer van 1888 stamt. Ik vind het mooi dat het ontleden en interpreteren van geschilderde zonnebloemen dus iets is wat Van Gogh zelf ook gedaan heeft. De Amsterdamse versie ga ik vaak in het museum bekijken en ook het Londense doek heb ik verschillende keren gezien. Het derde schilderij is in Japan en ken ik alleen van reproducties. In de afgelopen jaren heb ik heel veel reproducties van de schilderijen gezien en steeds zijn ze net iets anders. Verschillen in kleur- en toonwaarde maken dat steeds andere aspecten van het beeld naar voren komen. Sommige bloemen kunnen in een bepaalde reproductie naar elkaar toe getrokken worden of juist een beetje wegvallen. Dat heeft natuurlijk gevolgen voor hun uitdrukking en onderlinge relaties worden erdoor versterkt of verzwakt. Dit soort verschuivingen vind ik inspirerend; ze geven me gelegenheid het boeket in een net iets andere verschijningsvorm waar te nemen.

In het kielzog van het bloemproject heb ik nog aan een aantal andere, thematisch verwante, werken gemaakt, zoals de serie uit multiplex gesneden figuren die ik Bloemsteroog noem. De vormen houden het midden tussen oog, ster en bloem. Tegelijkertijd is er een verwijzing naar het kruis in de Russische iconografie. De serie is gemaakt door verschillende met laser uitgebrande vormen op elkaar te plakken. De lasersnijder werkt op basis van Illustratorbestanden en voor dit doel heb ik met dit programma leren werken. Illustrator stuur je in de richting van een gladde en gepolijste stijl. Hoe helder mijn beeldtaal ook is, dit soort perfectie past niet bij mij en ik doe veel moeite de juiste mate van handmatigheid op te roepen. Ik streef naar de onvolkomen symmetrie die je voortdurend in de natuur aantreft; in gezichten, in schelpen en vleugels.

 Dit jaar heb ik ook weer twee Pinokkio schilderijen gemaakt. Ik heb ze Houdini genoemd, naar de beroemde ontsnappingskunstenaar. De animistische blik van de kijker laat Pinokkio ontsnappen aan zijn status van pop. Veel aandacht is besteed aan het touw van de marionet, soms hangend, soms gespannen. De zwarte koorden vallen samen met zwarte lijnen op het doek.

 

Wouter van Riessen

September 2017