Saints and Sinners met Oskar Nilsson, B.C. Epker      6 februari t/m 5 maart 2016

Opening op zaterdag 6 februari om 17 uur,
met een inleiding door Wouter Prins, conservator Museum voor Religieuze Kunst, Uden.

Wonderlijke verhalen, uitgewerkt in beelden die vele vragen oproepen, vaak gesitueerd in specifieke landschappen; het werk van de kunstenaars in de expositie Saints and Sinners, de uit Friesland afkomstige B.C. Epker en de Zweedse kunstenaar Oskar Nilsson laat zich niet altijd even makkelijk vangen, maar is een genot om naar te kijken.

B.C. Epker (1968) is tekenaar en graficus. Hij presenteert ons een liefkozend paartje achter de kerk; een knielende zondaar in een tuin; een uitdagende deerne die een hindoeïstische god provoceert; een androgyne jongen op een begraafplaats; plunderende satanisten bij een kerkbrand; of de heilige maagd Maria die een wonderlijke stoet dirigeert op de velden bij Uithuizermeeden.

De betekenis van Epkers werk is altijd ongewis en nooit eenduidig. Het Friese terpenlandschap werkt voor hem als een narcoticum; de eeuwig waaiende wind genereert een dubbele dosis zuurstof. Het vormt het ideale decor waarin zijn figuren incarneren en zijn fascinaties manifest kunnen worden. Net als de terpen dat al duizenden jaren doen, zo ook verzamelen Epkers tekeningen geschiedenissen, zoals klassieke verhalen, mythologieën, de kunstgeschiedenis, (digitale)archieven, kranten, persoonlijke en collectieve herinneringen.

Historische personages (als bijvoorbeeld Diana & Actaeon, of christelijke heiligen) krijgen plotseling nieuwe betekenissen wanneer ze opdoemen in een herkenbaar Fries landschap of verknoopt worden met de alledaagse realiteit. De ene keer kijken ze schuldbewust op omdat ze zich betrapt lijken te voelen, de andere keer schijnen ze onschuldig  te poseren, of proberen ze de toeschouwer bij hun handelingen te betrekken.

Geschiedenissen worden op hun vitale kracht bevraagt door ze te actualiseren en te toetsen aan persoonlijke fascinaties. Hierdoor ontstaat een logica; een rode draad van Ariadne, die ons bevrijdt uit het labyrint, omdat ze ons toont waar we vandaan komen, nu staan en in de toekomst nog naartoe kunnen.

Naast deze werken op papier, toont Epker voor het eerst een serie van 45 heiligenportretten op bidprentjes-formaat. In hun weergave van attributen, beeldopbouw en kleurgebruik (zoals het rad bij Catharina, de pilaar van Simeon, de luisterende vogels bij Franciscus), volgen ze een lange beeldtraditie. Toch laten ze – in combinatie met de begeleidende teksten – in hun dubbelzinnigheid en onbevangenheid ruimte tot ondervraging. Want hoe betrouwbaar zijn de historische bronnen van de heiligen eigenlijk? Is hun gedrag wel vredelievend of toch eerder wreed of zot? En waren de stemmen die door hen spraken wel van god, of misschien toch van de duivel? De autoriteiten bepaalden of iemand een zondaar of sint was; het verschil tussen brandstapel en aureool. De voorstellingen van de heiligen doen een appèl op ons eigen oordeelsvermogen over goed en kwaad. De beschouwer bepaalt.

De schilderijen, etsen en tekeningen van de Zweedse kunstenaar Oskar Nilsson (1976) lijken illustraties te zijn bij duistere sprookjes of volksverhalen, waarin rare mannetjes, voluptueuze vrouwen en zwarte katten de boventoon voeren. De achtergrond  van druilerige bossen en gruizige kamers versterkt een gevoel van onbehagen. De onderwerpen zijn speels, brutaal of zelfs licht erotisch.

Een vrouw in bad omringt door katten klemt een visgraat tussen haar voeten om voor zeemeermin te oefenen. Een skiër suist onbezonnen met grote snelheid de berg af, het ongewisse tegemoet, onderwijl onbezorgd lurkend aan een enorme sigaret. Smurfen spelen in het bos met erotische handpoppen of likken aan reusachtige psychedelische paddenstoelen. Niets is te gek in de wereld  van Nilsson, waarin het Zweedse landschap een duidelijke rol heeft.

De Amerikaanse website Artnews noemde het schilderwerk van Nilsson ‘indrukwekkend amateuristisch en incompetent’, een opmerking die als een compliment mag worden gezien voor de onbevangenheid van het werk.  De vol met zwarte humor gevulde werken zijn door Nilsson ongedwongen en naïef met grote snelheid in nat-in-nattechniek op het doek gezet. Het geeft de werken vaart en een levendigheid die van het doek afspat.